beschikken

{{beschikken}}{{/term}}

1 [+ over] [bezitten] have (control/disposal of) ⇒ have at one's disposal

2 [+ over] [bestemming geven aan] dispose of ⇒ set aside

3 [beslissen] ordain

♦voorbeelden:

1   beschikken over een groot vermogen • have substantial means

     over een meerderheid beschikken • have a majority

     over genoeg tijd beschikken • have enough time at one's disposal

     zodra wij beschikken over de juiste gegevens • as soon as we have the correct data

2   bij testament beschikken over goederen • dispose of one's property by will

     over iemands lot beschikken • determine someone's fate

     vrij over iets kunnen beschikken • be able to make free use of something

     ze kon zelf niet over het geld beschikken • she did not have free disposal of her money

3   afwijzend/gunstig beschikken op een verzoek • grant/deny a request